139. Vingerhoedskruid: fraai, geneeskrachtig en giftig
Vingerhoedskruid (Digitalis) is een fraaie, maar giftige inheemse wilde plant in ons land en in een groot deel van Europa. De plant wordt ook als sierplant gebruikt in de tuin en werd eeuwenlang gekweekt om er medicijnen uit te maken: digoxine of digitoxine. Het medicijn werkt uitstekend tegen hartfalen, maar de dosering luistert erg nauw. Het schijnt nog steeds gebruikt te worden.
Paars en wit vingerhoedskruid door elkaar en beide met paarse vlekken. Gevonden in Holten Overijssel.
Vingerhoedskruid bij de dokter
Zo'n vijftig jaar geleden werkte ik voor een farmaceutisch bedrijf dat o.a. digoxine op de markt bracht. En ofschoon het toen al een eeuwenoud medicijn was en er geen octrooi bescherming was, was het toch een belangrijk product voor mijn baas. Doordat de dosering zeer precies moet zijn, vertrouwden de artsen waarschijnlijk goedkopere aanbieders niet. Aan de andere kant: ik heb ooit een arts ontmoet die vingerhoedskruid in zijn tuin had staan en er zelf medicijnen mee maakte voor zijn patiënten! Dit was overigens toen wettelijk toegestaan, maar de arts was wel verantwoordelijk!
Het verhaal van de ontdekking als medicijn is trouwens wel leuk. Al vele eeuwen was bekend dat bij Digitalis alle onderdelen giftig zijn. De Nederlandse arts Dodoens meldt rond 1570 dan ook dat de plant om die reden geen medische toepassingen had. Stephaan Blankaart schrijft in1690 zijn 'Nederlandschen Herbarius' over geneeskrachtige kruiden en hij meldt ook dat vingerhoedskruid niet door de medici wordt gebruikt. Maar dan ontdekt rond 1780 de Engelse arts William Withering dat het kruidenmengsel van een lokale genezeres heel goed werkt bij oedeem in de benen. Hij ontdekte ook dat vingerhoedskruid de werkzame stof leverde én dat die ook effect had op de hart functie!
Deze mooie tekening van Hendrik Goltzius uit 1592 staat ook op Wikipedia.
Vingerhoedskruid in de natuur
In de natuur in ons land is de meest voorkomende soort die met de paarse bloemen (Digitalis purpurea) en die soort noemen we dus 'gewoon vingerhoedskruid'. De plant groeit graag op een open plek in een bos, een kapplaats bijvoorbeeld. Misschien is de hele dag in de zon staan, wat veel van het goede. In Limburg en de Achterhoek komt de wilde plant nog het meest voor. In Brabant ken ik maar weinig plaatsen met een wilde vegetatie met vingerhoedskruid ofschoon de Floron verspreidingsatlas praktisch alle atlasblokken rood kleurt. Maar dat geldt voor het hele land: alleen in de klei gebieden lijkt de plant te ontbreken. Floron noemt nog vier soorten vingerhoedskruid, maar die gelden tegenwoordig als niet inheems en wel zeldzaam. Mogelijk was dat ooit anders, want Blankaart noemt ze in 1690 ook. Maar de 'gewone' doet het ook in de tuin goed, al moet ook daar de grond niet te zwaar zijn. Maar in een dennenbos plotseling een aantal takken bloeiend vingerhoedskruid tegenkomen is wel een leuke verrassing!
Vingerhoedskruid in de plantenkunde
Digitalis purpurea hoort tegenwoordig bij de weegbree familie, tot een paar jaar geleden zat de plant in de helmkruid familie. Zoals bij de meeste van deze verhuizingen, zijn de achtergronden me niet echt duidelijk. Dat wil niet zeggen dat ik het niet juist vind! In tegendeel: ik neem aan dat het correct is, maar de redenen van botanici ontgaan me nog al eens.
Het gewone vingerhoedskruid is in Nederland mogelijk de enige inheemse Digitalis soort. Vier andere soorten worden 'niet-ingeburgerd, adventief, verwilderd' genoemd door Floron en zijn bovendien zeldzaam. Alleen het geel vingerhoedskruid (Digitalis lutea) met een gele kelk en zonder vlekken wordt 'geaccepteerd' als inheems. In de Ardennen komt de plant wel voor maar 'zeldzaam'. De verspreiding in Nederland is zo te zien nogal toevallig, alleen in Zuid-Limburg lijkt iets van een concentratie van geel vingerhoedskruid te zijn. Maar Floron meldt 'geen zaadproductie in Nederland' dus dat schiet waarschijnlijk niet op.
Vingerhoedskruid dat helemaal wit is, komt in onze natuur niet vaak voor maar het bestaat wel.
In de natuur in ons land is de meest voorkomende soort die met de paarse bloemen (Digitalis purpurea) en die soort noemen we dus 'gewoon vingerhoedskruid'. De plant groeit graag op een open plek in een bos, een kapplaats bijvoorbeeld. Misschien is de hele dag in de zon staan, wat veel van het goede. In Limburg en de Achterhoek komt de wilde plant nog het meest voor. In Brabant ken ik maar weinig plaatsen met een wilde vegetatie met vingerhoedskruid ofschoon de Floron verspreidingsatlas praktisch alle atlasblokken rood kleurt. Maar dat geldt voor het hele land: alleen in de klei gebieden lijkt de plant te ontbreken. Floron noemt nog vier soorten vingerhoedskruid, maar die gelden tegenwoordig als niet inheems en wel zeldzaam. Mogelijk was dat ooit anders, want Blankaart noemt ze in 1690 ook. Maar de 'gewone' doet het ook in de tuin goed, al moet ook daar de grond niet te zwaar zijn. Maar in een dennenbos plotseling een aantal takken bloeiend vingerhoedskruid tegenkomen is wel een leuke verrassing!
Naast het gele vingerhoedskruid bestaat ook nog het grootbloemig vingerhoedskruid (Digitalis grandiflora) dat ook geel is maar met bruine vlekken binnen in de wat grotere kelk. Deze plant is niet inheems in Nederland en België, maar hoort thuis in Midden- en Oost-Europa. In de Ardennen schijnt de plant wel eens te zijn gevonden.
In de landen rond de Middellandse Zee groeien volgens Wikipedia nog zo'n twintig andere soorten Digitalis. Ze hebben allemaal kleuren die varianten lijken van de paarsige kleuren of van het bruinige geel van onze inheemse soorten. Veel bijzonders weet men er niet over te vertellen. Buiten dat gebied lijkt Digitalis niet inheems te zijn.
De Nederlandse naam en de namen in de landen om ons heen zijn duidelijk en verwijzen steeds naar 'vingers' en naar 'vingerhoed'. Maar de Engelsen hebben een probleem met de naam 'foxglove' d.w.z. 'vossenhandschoen'. Ze weten niet meer wat daar ooit de betekenis van geweest is. Mogelijk is het een verbastering van iets heel anders, maar niemand weet dus wat dat dan geweest moet zijn!
In de praktijk moeten we het in Nederland in het wild dus doen met maar één soort, de paarse. Maar die heeft een wilde variant waarbij de paarse kleur afwezig is en de bloemen echt wit zijn! Maar de vlekken die in de 'beker' van de paarse bloem zitten, zijn bij de witte vorm wel aanwezig: alleen zijn ze bij de paarse bloem donkerder paars met een wit randje en in de witte alleen paars! Het geeft een heel ander effect. De witte variant met paarse vlekken komt ook veel voor in de gekweekte soorten. Maar tussen mijn foto's vond ik er ook een van een wilde plant die helemaal witte bloemen heeft! Wikipedia onderscheid drie kleuren voor de wilde planten in ons land: donkerrood, lichtpaars en wit.
Vingerhoedskruid dat helemaal wit is, komt in onze natuur niet vaak voor maar het bestaat wel.
Een pelorische bloem
Vingerhoedskruid met een pelorische bloem! Een heel vreemd fenomeen en het blijkt ook een foutje te zijn van de natuur. Maar wel spectaculair! (Wikipedia)
Een enkele keer heeft het vingerhoedskruid een zogenaamde pelorische topbloem. Dit is een bloem die boven op de tros met 'vingerhoeden' staat in dezelfde kleuren. Iedere gewone kelkbloem (de vingerhoed) is opgebouwd uit vijfblaadjes, en de pelorische topbloem heeft blijkbaar dezelfde blaadjes gebruikt, maar dan 8 tot wel 13, om daarmee een min of meer ronde bloem te maken. Heel bijzonder op de foto! Pelorische topbloemen komen niet alleen voor bij het vingerhoedskruid maar bijvoorbeeld ook bij het vlasbekje (Linaria vulgaris). De oorzaak is een beschadigd gen in de plant, maar blijkbaar levert dat weinig praktische problemen op. Het beschadigde gen is waarschijnlijk wel erfelijk, maar niet dominant. Dus zo lang er ook nog een 'goed' gen is blijft alles normaal, maar vooral bij inteelt is er een kans dat die 'rare' bloem verschijnt.
Jan van Dingenen - 2021