34. De varkens in onze flora
Eind mei waren we met een groepje aan het inventariseren in mijn woonplaats Liempde in Brabant. Op een stukje land dat waarschijnlijk afgelopen winter omgewerkt was, vonden we een fris groen plantje. Het groeide heel laag en een beetje als een grondster, dus vanuit één punt alle kanten op. De blaadje waren klein en heel diep ingesneden. Het geheel maakte een heel fijne, kwetsbare indruk. Wij wisten het niet, maar gelukkig zat Bert een paar meter verder een ander plantje te bekijken. Bert weet 'alles' van planten in onze omgeving en is dus onze steun en toeverlaat bij het inventariseren. Maar zelfs Bert moest even nadenken en toen: varkenskers! Nog nooit van gehoord.
De kleine varkenskers of Coronopus didymus
Varkenskers
Varkenskers dus. Op internet kun je alles vinden als je maar weet wat je moet zoeken. Varkenskers hoort bij de kruisbloemen en komt in ons land zelfs in twee soorten voor de grote en de kleine. De 'onze' was de kleine varkenskers (Coronopus didymus). Deze plant is afkomstig uit Zuid-Amerika en is bezig om een groot deel van de wereld te veroveren. In Nederland werd hij al eind 18e eeuw gemeld maar pas de laatste tientallen jaren breidt kleine varkenskers zich hier sterk uit. Waardoor de plant zich nu zo sterk kan uitbreiden is niet duidelijk, maar tegenwoordig kun je de plant overal in het land tegenkomen. Alleen in het noorden en op de Waddeneilanden moet de plant nog wat terrein veroveren.
De grote varkenskers lijkt op de kleine maar is behalve groter ook veel grover van structuur. Verrassend is dat deze plant afkomstig is uit het gebied rond de Middellandse Zee en de Zwarte Zee, veel dichterbij dus. Maar toch is grote varkenskers veel zeldzamer bij ons dan de kleine en vooral te vinden in de kustgebieden. Ik ga dus verder met de kleine varkenskers.
Waarom de naam van de plant aan varkens refereert is me niet duidelijk. Net als de Latijnse naam die 'kraaienpoot' betekent, zal het wel betekenen dat de mensen er weinig goeds aan hebben kunnen ontdekken. Maar het kan ook zijn dat de stank van de plant sommigen aan varkens heeft doen denken. Op internet vergeet men nooit te melden dat de plant stinkt maar toen wij de plant vonden is ons geen luchtje opgevallen. Ik ben teruggegaan om te ruiken (en om foto's te maken van de bloei) en ik rook niets behalve als je de plant kneust en dan valt het ook nog wel mee, maar de plant ruikt inderdaad niet lekker.
Varkenskers met steeds twee zaden in een hauwtje
Bij mijn tweede bezoek bloeide de plant. Uitbundig zelfs, maar de bloemetje zijn groen en zo minuscuul (ca. 1 mm) dat ze zelfs in de grote aantallen niet opvallen. De bolletjes op de foto zijn de zaden, steeds met twee in een zgn. hauwtje; de bloemen zitten vóór op de tros. Volgens de boeken zitten in de bloemen vier mini-kroonblaadjes (het is tenslotte een kruisbloem) en twee meeldraden, maar ik kon ze niet zien met het blote oog. Misschien moet ik nog een keer terug met de loep.
Kleine varkenskers oogt erg kwetsbaar, maar ze kan goed voor zichzelf zorgen. Ze geldt zelfs als tredplant! Dat wil dus zeggen dat ze dichtgeslibde grond voor lief neemt en het ook overleeft als wij er af en toe eens met onze grote platvoeten op gaan staan. Maar waarschijnlijk de sterkste kant, is de reproductie. Kleine varkenskers heeft maar een paar weken nodig om van een zaadje tot bloei en nieuw zaad te komen. Dus als een terrein kaal wordt gemaakt, kan kleine varkenskers dit zeer snel koloniseren. De enige rem is nachtvorst, dan is alle varkenskers verdwenen. Tot de zaadjes weer kunnen kiemen.
Varkensgras
We hebben in onze flora ook een inheems varken: het varkensgras (Polygonum aviculare). Varkensgras is natuurlijk geen gras maar een veelknopige. Een beetje grijsgroen van kleur, vaak met wat rood verkleuring. We zien de plant meestal plat op de grondliggend in een stermodel net als de varkenskers en beide kunnen op die manier een flink oppervlak bedekken. Botanisch hebben varkenskers en varkensgras niets met elkaar te maken, maar ze groeien dus op vergelijkbare manier en ook op vergelijkbare plaatsen: het zijn allebei tredplanten. Varkensgras is misschien wel onze meest algemene tredplant, mogelijk dat grote weegbree nog meer voorkomt.
Van de naam varkensgras heb ik ook altijd gedacht dat het een soort scheldnaam was voor een plant die nergens voor deugde. Maar dat blijkt niet juist te zijn. Varkensgras werd gegeven aan varkens die niet goed groeiden of niet wilden eten. Of het hielp vermelden de bronnen niet, maar het zou wel de naam verklaren. De Latijnse naam bekent zoiets als 'veelknopige voor de vogeltjes' en refereert waarschijnlijk aan de vogeltjes die het zaad pikken.
De plant heeft een hele boel namen in onze taal en in de landen om ons heen maar namen met varkens komen overal voor. Dus het gebruik als varkensmedicijn zal overal wel bekend zijn geweest. Verrassend vond ik de Amerikaanse naam "prostate knotweed": wat heeft varkensgras met de prostaat te maken? Niets dus, het moet dan ook zijn "prostrate" en dat Engelse woord betekent platliggend! Maar de fout komt veel voor op internet en zo brengen ze een oudere man op vreemde gedachten.
Varkensgras is klein, onopvallend en lijkt botanisch weinig interessant. Maar toch heeft het de botanici met een ingewikkeld probleem opgezadeld sinds ze naar de chromosomen zijn gaan kijken. Varkensgras heeft 10 verschillende chromosomen en gebruikelijk is dan dat het stuifmeel en de eicel ieder één set van 10 hebben (haploïd) en dat de plant zelf twee sets heeft (2x10 of diploïd). Deze vorm van varkensgras komt voor aan de Middellandse Zee en in Azië. Wij hebben hier twee andere soorten met 4x10 (tetraploïd) of 6x10 (hexaploïd) chromosomen. Waarom? Meestal zijn planten met 4 of 6 sets chromosomen groter en robuuster maar dat lijkt hier niet het geval. Nog sterker, de botanici zijn niet in staat om op het oog te onderscheiden welke soort ze voor zich hebben! Kortom we weten zeker dat we twee soorten varkensgras hebben maar voorlopig doen we maar net of het één soort is want we kunnen het verschil niet zien! Dit moet frustrerend zijn voor de een plantensystematicus. Maar ze hebben al wel Latijnse namen bedacht voor de twee soorten
Varkensgras in bloei
Nog even over de bloemen. Ze zijn vreselijk klein, maar gelukkig iets groter dan bij varkenskers en zo'n beetje net zichtbaar voor het blote oog. En ze zijn mooi, de bloemen: een heel klein kelkje rood en wit en rode bloemkoppen in de bladoksels. Zeker eens naar kijken, liefst met de loep natuurlijk. Misschien kan een kweker eens proberen om een 12x10 of een 16x10 variant te kweken want meer sets chromosomen geeft vaak grotere bloemen.
Varkenskervel
Varkenskervel is een groep binnen de schermbloemfamilie. In Nederland hebben we twee vertegenwoordigers: melkeppe en karwijvarkenskervel. Ik moet eerlijk zeggen dat witte schermbloemen niet mijn sterkste kant zijn. Wat dat betreft, heb ik geluk met dit artikel want ook de gele kruisbloemen vind ik ingewikkeld en zelfs de veelknopigen hebben ook een moeilijke hoek, maar daar heb ik net geen last van bij de besproken planten. Maar bij varkenskervel wel, dus ik houd het maar kort: dingen overschrijven uit de boeken heeft weinig zin. Overigens, waarom bij deze planten naar varkens wordt verwezen hebben de boeken en internet me niet kunnen vertellen, want dat soort informatie schrijf ik natuurlijk wel over.
Beide soorten varkenskervel hebben hele fijn gedeelde bladeren waar de 'kervel' in de naam op wijst. Melkeppe kun je eigenlijk overal tegenkomen waar het wat moerassig is, behalve in Zuid-Limburg. Terwijl karwijvarkenskervel veel zeldzamer is maar net wel voorkomt langs de Maas en zijn zijtakken in Zuid- en Midden-Limburg. Karwijvarkenskervel is daarmee het zeldzaamste varken in onze flora en staat op de rode lijst. Dus mocht u hem tegenkomen (en herkennen): met respect behandelen ook is al het een varken.
Jan van Dingenen - 2010