Over wilde planten

54. Het hele jaar viooltjes

Het hele jaar is wat overdreven, maar behalve in de winter bloeien er in Zuid-Limburg het hele jaar viooltjes in het wild. Het zijn alleen niet steeds dezelfde soorten en het is niet steeds in dezelfde omgeving. Zoals gebruikelijk zijn het weer de planten van het bos die als eerste bloeien: de bosviooltjes. In Nederland komen zo'n acht soorten 'bosviooltjes' voor die allemaal blauwe bloempjes hebben en dus erg moeilijk uit elkaar te houden zijn. Bovendien willen ze ook nog wel eens onderling trouwen en bastaarden krijgen. De viooltjes in de bermen en op akkers bloeien later in het jaar en hebben gelukkig verschillende kleuren bloemen.

54.gewoon bosviooltje (86K) Gewoon viooltje of Rivinus viooltje.

De bosviooltjes

In Zuid-Limburg groeien minstens drie soorten bosviooltjes. Het eerst bloeit het Maarts viooltje. Eind februari, begin maart verschijnen de eerste blauwe bloempjes. Helemaal zeker weten we niet of het Maarts viooltje hier bloeit want eigenlijk kan alleen de geur zekerheid bieden. Als het viooltje heel duidelijk de echte viooltjesgeur heeft dan is het een Maarts viooltje, anders is het waarschijnlijk het ruig viooltje. Tot nu toe is de plantenwerkgroep er nog niet toe gekomen om in maart de bosviooltjes te gaan besnuffelen. Een variant van het Maarts viooltje wordt gebruikt door de parfumindustrie en dit geurende viooltje was zeer geliefd bij de Romeinen die het net als rozenblaadjes over het eten strooiden voor de geur.

Het ruig viooltje bloeit een paar weken later dan het Maarts viooltje. De bloemen geuren niet en de bladeren zijn wat smaller dan bij het Maarts viooltje. Het ruig viooltje is echt een plant van het kalkrijke bos en komt buiten Zuid-Limburg en de duinen weinig voor. In Zuid-Limburg groeit het massaal in de hellingbossen, maar in de flora staat 'zeldzaam'. Ruig viooltje bereikt namelijk in ons land zo'n beetje de noordgrens van zijn areaal dat dus zuidelijker ligt.

Het derde bosviooltje is het Rivinus viooltje of gewoon bosviooltje. Dit is volgens de flora niet zeldzaam, maar komt in Zuid-Limburg maar op enkele plaatsen voor. Het Rivinus viooltje heeft wat grotere bloemen dan het ruig viooltje en is duidelijk herkenbaar aan het vrij grote witte spoor. Dit spoor is een gesloten buis aan de achterkant van de bloem. Alle viooltjes hebben dit en hierin zit de nectar die dus alleen bereikbaar is vanaf de voorkant voor insecten met een lange tong. Het Rivinus viooltje bloeit weer wat later: vanaf april tot in juni.

Het Rivinus viooltje lijkt dus veel op het ruig viooltje maar de witte spoor is een duidelijk verschil. Buiten Zuid-Limburg is de kans veel groter dat je moet kiezen tussen Rivinus viooltje en blauwsporig viooltje. Maar de naam zegt het al: kijk naar de kleur van het spoor. Dan blijft nog het verschil tussen ruig viooltje en blauwsporig viooltje met allebei een blauw spoor. Maar dat is gelukkig niet zo vaak relevant want die twee komen niet zo vaak samen voor: blauw-sporig viooltje groeit vooral in het oosten van Nederland en ruig viooltje vooral in Zuid-Limburg. Maar het schijnt dat je ze beide in Zuid-Limburg kunt tegenkomen.

In Nederland hebben we nog meer soorten blauwe viooltjes al zijn het geen bosviooltjes. Moerasviooltje en melkviooltje zijn bleekblauwe viooltjes met een noordelijk areaal. En het zandviooltje is een zeldzaamheid die zijn best doet zich te handhaven in de duinen. Het hondsviooltje is niet aan een regio gebonden maar wil schrale gronden. En dat is zoeken tegenwoordig. Maar verder lijkt het bloemetje weinig kieskeurig: graslanden op krijthellingen zijn prima, maar ook kalkarme duinen of langs een spoorlijn.

54.driekleurig viooltje (70K) Driekleurig viooltjes

De meerkleurige viooltjes van het veld

Het meest voorkomende viooltje buiten het bos is het akkerviooltje. Het is een veel voorkomend, klein onkruidje op akkers, in tuinen en op andere plaatsen waar geploegd of gespit wordt. De bloemetjes zijn klein, bleek geel, soms bijna wit. Het akkerviooltje bloeit van mei tot oktober. Veel mooier maar ook zeldzamer dan het akkerviooltje is het driekleurig viooltje. De bloemetjes zijn aanzienlijk groter dan die van het akkerviooltje en hebben inderdaad drie kleuren: bovenaan meestal blauwpaars, opzij lichter blauw en het hart geelwit met donkere streepjes (het honingmerk). De bloei is van mei tot oktober. Het driekleurig viooltje heeft soms ook de viooltjesgeur en is van oudsher een van de liefdessymbolen.

Door kruising met een aantal uitheemse soorten, zijn uit het driekleurig viooltje waarschijnlijk onze gekweekte viooltjes ontstaan. Onze eigen meerkleurige viooltjes zijn onderling zo nauw verwant dat ze gemakkelijk kruisen en dan vaak ook nog vruchtbare nakomelingen krijgen. En die kunnen dan weer terug kruisen met hun grootouders zodat de botanici de draad kwijt raken. Maar daar zijn ze niet de enige in.

Het duinviooltje is waarschijnlijk de mooiste, de meest kleurige van de meerkleurige viooltjes, maar die blijft meestal inderdaad in de duinen. Maar de zeldzaamste is het zinkviooltje. Meestal is het zinkviooltje bijna effen geel dus de meest opvallende is het zeker niet. Tegenwoordig maken we ons erg druk over verontreiniging van de grond, zeker als er zware metalen in zitten. Maar het zinkviooltje langs de Geul wordt vertroeteld! Nu is die zinkverontreiniging wel deels op natuurlijke wijze ontstaan. Bij Moresnet net over de grens bij Vaals zit zink- en looderts in de grond. Al eeuwen lekt daaruit zink de beken in en komt zo in de Geul. In de 19e en 20e eeuw werd dat veel sterker toen die ertsen via mijnen werden gewonnen. De mijnen zijn nu gesloten maar uit de steenbergen komt nog steeds zink. Het zinkviooltje heeft overigens geen zink nodig, het kan alleen veel beter tegen teveel zink dan andere planten en kan dus overleven.

54.akkerviooltje (66K) Het akkerviooltje

Verspreiding

Alle viooltjes soorten verspreiden zich via zaden, sommige bovendien via uitlopers. De zaden worden als ze rijp zijn weggeschoten door het openspringen van de zaaddoos. Bovendien zit aan ieder zaadje een aanhangsel dat mieren graag eten: een mierenbroodje. Mieren gaan dus met deze zaden slepen en zorgen zo voor verdere verspreiding. 54.zinkviooltje (50K)

Aangezien de bosviooltjes erg vroeg bloeien, is er natuurlijk een kans dat er nog te weinig insecten zijn voor een goede bestuiving. De bosviooltjes vormen daarom behalve de gewone bloemen ook nog zogenaamde cleistogame bloemen. Deze gaan niet open en binnenin vindt zelfbestuiving plaats.

Stiefmoedertje

In het Duits en in sommige Nederlandse dialecten heten de blauwe viooltjes stiefmoedertjes. Ik heb nooit kunnen bedenken wat daar de reden voor was en in de tijd dat ik dit artikel schreef, kon je dat ook niet zo gemakkelijk opzoeken. Nu wel en de verklaring die ik vond is de volgende. De grote 'onderlip' van het viooltje is de stiefmoeder die aan de achterzijde gesteund wordt door twee kelk-blaadjes. De twee zijblaadjes zijn haar eigen dochters, ieder gesteund door één kelkblaadje. De twee bovenste blaadjes zijn de stiefdochters die het samen moeten doen met één kelkblaadje. Dat is duidelijk. Maar wie denkt bij dit verhaal aan een stiefmoeder?

Jan van Dingenen - 1984, aangevuld 2015

54.violen en fiolen (157K) "Violen en fiolen" Computertekening