Over dieren

57. Eksters, kraaien en kabouters

Het wordt weer herfst en dan gebeuren er altijd vreemde dingen in de natuur. In andere seizoenen gebeuren er natuurlijk ook vreemde dingen: in de winter sneeuwt het, in de lente worden we verliefd en in de zomer schijnt de zon. Maar deze keer gaat het over de vreemde dingen in het najaar. En daarbij speelt de kraaienfamilie een belangrijke rol. Ik begin in de winter.

Het recht van de sterkste

Als je iedere dag naar je werk gaat, rij je ook iedere dag op ongeveer dezelfde tijd dezelfde weg. Dat klinkt heel saai en vaak is het dat ook, maar aan de andere kant geeft het je de kans om de ontwikkeling in de seizoenen goed te volgen. Je ziet steeds hetzelfde stukje Limburg op ongeveer dezelfde tijd dus iedere verandering valt onmiddellijk op. Een tijd lang reed ik zo dagelijks via een secundaire weg naar kantoor. Deels lag die tussen vrij open velden en daar verscheen op een winterochtend een buizerd. Als me dat eenmaal is opgevallen, kijk ik iedere morgen. Buizerds zijn niet zo geweldig actief, maar de meeste ochtenden zag ik deze grote vogel boven de kale akkers zweven op zoek naar een muisje of een mol. 's Avond zag ik hem (of haar) bijna nooit of hij dan ergens anders jaagde of gewoon zijn buik vol had weet ik niet.

57.buizerd vliegend (73K) Vliegende buizerd

Dat ging zo een aantal weken. Toen verschenen er een aantal kraaien op het veld want behalve muizen waren er waarschijnlijk ook nog wel wat zaadjes en wormpjes te vinden. Het waren er niet veel, meestal vier, soms vijf of zes. Ik geloof niet dat de buizerd wat tegen de kraaien had, maar de kraaien wel tegen de buizerd! De hele club vloog voortdurend achter hem aan, echt aanvallen deden ze niet. Eigenlijk zelfs geen schijnaanvallen: het leek meer op zeer hinderlijk volgen. Maar dan zie toch iets heel verbazends: die grote buizerd met zijn sterke klauwen en een zware snavel doet helemaal niets terug! Voor mijn gevoel moest hij die kraaien gemakkelijk de baas kunnen, maar na een paar dagen hadden de kraaien gewonnen en was de buizerd vertrokken. Mijn collega's van de vogelwerkgroep zeggen dat het altijd zo gaat, maar ik vind het maar vreemd.

Een maand of twee waren de velden voor de kraaien. Toen begon de lente, er verschenen groene puntjes op de akkers en er kwam een paartje kievieten. Schitterende vogels, het zijn de enige vogels die fladderen als vlinders. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat ze met die manier van vliegen de reis van Afrika naar hier kunnen maken. Volkomen ongevaarlijk en puur voor de lol duikelen ze boven het veld. Dat lijkt het voor ons tenminste, maar zodra de kraaien hun graantje wilden gaan pikken veranderde het doelloos buitelen van de kievieten plotselings in duikvluchten. De kievieten mikten nu heel duidelijk op de kraaien. Ik geloof niet dat ze echt pikten maar de kraaien hadden er gauw genoeg van en binnen een paar dagen was het veld van de kievieten! 57.kievit (69K) Kievieten

Merkwaardig toch dat tussen deze vogels de krachtsverhoudingen blijkbaar heel anders liggen dan wij geneigd zijn te denken. Ik vind dit net zoiets als wilde zwijnen die de wolven wegjagen.

Kraaien en eksters

Het bovenstaande is al een paar jaren geleden gebeurd, maar het schoot me weer te binnen toen ik een paar maanden geleden in Grasduinen een stuk las over het verschuiven van het leefgebied van de kraaiachtigen. De eksters wonen al eeuwen bij de boeren op het erf, maar tegenwoordig zitten ze aan de randen van de dorpen en steden. De kraaien pikten hun graantjes en insecten op de velden, maar ze schijnen het door de moderne landbouw daar wat moeilijk te krijgen en komen nu bij de dorpen kijken of er een frietje te pakken valt. Ook het herstel van de havik, na de problemen met de giftige bestrijdingsmiddelen, schijnt de kraaien niet te bevallen. Vreemd dat de havik wel respect afdwingt en de minstens even grote buizerd niet. Hoe dan ook de kraaien drijven de eksters meer naar het centrum van dorpen en steden, maar daar wonen hun verwanten de kauwtjes. Kortom het schijnt oorlog te zijn, zelfs de Vlaamse gaaien komen de kant van de mensen op. Alleen de roeken blijven gewoon landbouwers.

In mijn tuin zitten nog gewoon eksters. Die hebben als hobby schelden op de katten van de buren. Meestal trekken de katten er zich niets van aan, maar deze zomer werd een kat achtervolgd door een grote hond. Nog net op tijd wist de kat in een boom te klimmen. Toen ze dacht veilig te zijn kwamen de eksters haar vertellen dat de bomen vanaf twee meter boven de grond van de vogels zijn en dat katten daar niet thuis horen. Het poesje zat er heel zielig: onder de boom stond de blaffende hond en om haar heen zaten de scheldende eksters.

Roeken

57.roeken (97K) De roeken wachten rustig af

Einde van de zomer. Net ver van mijn huis zit een grote kolonie roeken, in de jaren tachtig zelfs de grootste van Zuid-Limburg. De andere kant op ligt het vliegveld met goed onderhouden grasvelden. Iedere ochtend vliegen een paar groepen roeken over mijn huis naar de velden op en bij het vliegveld. Ze vliegen heel rustig, keuvelen ondertussen, ze zijn op hun gemak, hebben geen haast. Op een ochtend veranderde er plotseling iets, ik hoorde het aan hun "gesprek" dat van toon veranderde. En toen landden zo'n 20 roeken in de bomen rond het huis. Het gesprek ging door en allemaal keken ze in de richting van het vliegveld. Wat bleek: in de richting die roeken wilden vliegen draaide een buizerd rondjes waarschijnlijk speurend naar een muis. De roeken zouden eigenlijk onder de buizerd door moeten vliegen om op de normale manier bij hun akkers te komen. Dat leek ze duidelijk te riskant, dus ze wachten rustig een kwartiertje tot de buizerd verdwenen was of zijn muis had gevangen. Toen vertrok de hele club naar het vliegveld. En kon ik me afvragen of roeken nou wel bang zijn voor een buizerd en kraaien niet of hadden de roeken gewoon geen zin in gedoe met een buizerd op een mooie ochtend?

De kabouters

Op een herfstavond ontdekte ik dat de kabouters van de eksters afstammen. Zelfs Rien Poortvliet vermeldt dit niet in zijn beroemde boek "Leven en werken van de kabouter". Het is dus een belangrijke ontdekking. Ik reed laat in de middag naar huis, het begon al te schemeren. Plotseling zag langs de weg een heel klein mannetje lopen in een net zwart pak met een wit hemd. Hetzelfde moment realiseerde ik me dat het natuurlijk een ekster was maar heel, heel even was het een klein mannetje. Daarna ben ik er op gaan letten en inderdaad als een ekster en een kraai stappen dan lopen ze net als mensen rechtop en vooral de ekster lijkt door zijn wit-zwarte pak een wandelende kabouter! Meestal hipt een ekster of hij zit op een tak en dan is de gelijkenis veel minder doordat hij net als ander vogels "voorover" zit. Ik kan me dus heel goed voorstellen dat ooit in een ver verleden iemand een stappende ekster voor een klein mannetje heeft aan gezien. Vooral bij schemerlicht, geen lantaarns, in het najaar en als je dan ook nog wat bijziende bent, ja dan zie je kabouters. De bek wordt een puntmuts, de vleugels en de staart een pandjesjas en de witte borst een overhemd. Let er maar eens op: de herfst is de tijd om kabouters te zien. Alleen waarom bij "echte" kabouters de puntmuts altijd rood is begrijp ik nog niet.

57.kabouter en ekster (136K) Zo gemakkelijk verandert een ekster in een kabouter. Een 'echte' kabouter van Rien Poortvliet kijkt toe.

Jan van Dingenen - 2000

Naschrift

Over die kabouters en de rode puntmuts heb ik nog eens nagedacht. Ik denk nu dat de kabouters niet afstammen van de eksters, maar van hun familieleden de alpenkraai of de alpenkauw! Beide soorten zijn bewoners van de Alpen, de Karpaten, de Kaukasus en verder naar de Himalaya: bergbewoners dus. Ze zijn allebei pikzwart met roodachtige poten en de alpenkraai is wat groter. Het belangrijkste verschil met onze kraaien en kauwen is dat de alpenkauw een gele bek heeft en de alpenkraai een rode! Dus we moeten de voorouders van de kabouters in de bergen zoeken. Denk ik.

57.alpenkraai (54K) De alpenkraai