Over cultuurplanten

50. De roos

Als er één 'top-bloem' is, dan is het de roos. Als we een snel een bloem moeten tekenen, maken we meestal een soort margrietje: cirkeltje met een krans blaadjes er om heen. Maar eigenlijk zouden we dan een mooi gevulde roos willen tekenen, helaas wordt dat meestal iets als een bal verfrommeld papier. Ik spreek uit ervaring: even snel een roos tekenen gaat niet. Eeuwenlang is de roos de koningin van de tuin geweest. De Chinezen hadden ruim voor het jaar nul al sierrozen in de tuin. De Romeinen waren grootverbruikers van rozenblaadjes, die ze gebruikten als confetti en om zichzelf en het eten een geurtje geven. En bijvoorbeeld Joséphine de Beauharnais, de vrouw van Napoleon, had een enorme rozentuin, een rosarium. Tegenwoordig is de roos in de tuin niet meer zo dominant (tenminste in ons land), maar rozen in de vaas zijn nog steeds zeer populair.

50.roos tekening (52K) Tekening van een gevulde roos.

Wilde rozen

Alle gekweekte rozen stammen natuurlijk af van wilde rozen. Maar dat zijn geen eenvoudige afstammingslijnen. De leden van de rozenfamilie (en hun neven de bramen en de vrouwenmantels) maken het de botanici erg moeilijk. Dit komt door de gewoonte van deze planten om veel aan zelfbestuiving te doen en aan voortplanting via wortelopslag. Maar toch af en toe doen ze een beetje aan kruisbestuiving en dan vooral weer terugkruisen, om het moeilijk te maken. En alsof dat nog niet genoeg is: bij kruisbestuiving levert de moederplant zo'n 80% van de chromosomen! De nakomelingen lijken dus veel sterker op de moeder dan op de stuifmeel leverancier. Misschien is dit de wraak van de roos op de botanici die vinden dat rozen geen dorens hebben maar stekels.

In Nederland hebben we ondanks deze kruisingsproblemen toch een aantal redelijk duidelijk te onderscheiden wilde rozen. De belangrijkste in Brabant en Limburg is de hondsroos. Waarschijnlijk is zo'n 80-90% van de wilde rozen in onze omgeving hondroos: flinke struiken met roze bloemen aan het begin van de zomer, oranjerode bottels en bladeren die meestal in 7 deelblaadjes zijn verdeeld. In de duinen is het duinroosje thuis, maar ik heb de typische zwarte bottels ook wel eens in Zuid-Limburg gevonden. Duinroos bloeit in de voorzomer met romig witte bloemen en soms nog wat na bloei in september, zwarte bottels zoals gezegd en de plant heeft het blad gedeeld in 7 deelblaadjes.

Veel zeldzamer zijn de witte bosroos (alleen in Limburg), de roze viltroos die op diverse plaatsen voorkomt (waaronder mijn woonplaats) maar die overal zeldzaam is. Egelantier, met rozerode bloemen met een wit hart, staat in de duinen en op kalkhoudende plekken zoals in Zuid-Limburg. De rimpelroos is een aangeplante en verwilderde immigrant uit Azië met rode, soms witte bloemen, die meest te vinden is in de duinen. Deze zeldzamere wilde rozen hebben allemaal rode bottels en het blad gedeeld in meestal 7 deelblaadjes. De 7 deelblaadjes is een belangrijk verschil met de gekweekte rozen want die hebben meestal 5 deelblaadjes in het blad.

50.roos kelkblaadjes (71K) De kelkblaadjes van een roos. Let op de baarden.

Een leuk detail dat zowel bij wilde als gekweekte rozen te vinden is, zit in de kelkblaadjes. De groene kelkblaadjes zitten om de bloemknop als die nog niet open is, daarna onder tegen de bloem aan en tenslotte boven op de bottel als de bloemblaadjes afgevallen zijn. Er zijn vijf kelkblaadjes, net zoveel als bloemblaadjes bij de wilde rozen, en als je ze één voor één bekijkt kun je beginnen bij een kelkblaadje dat aan beide kanten uitsteeksels heeft, de baarden. Het tweede kelkblaadje heeft aan beide kanten géén baarden, daarna volgt het derde met aan beide kanten wel baarden, nummer vier is weer helemaal zonder baarden. En de laatste, nummer vijf, zorgt voor de verrassing: aan de kant van nummer 4 wel een baard, aan de kant van nummer 1 géén baard! Steeds staan de kelkblaadjes zo dat één kant met baarden staat tegen één kant zonder. De Middeleeuwse geleerde Albertus Magnus (ca.1250) schijnt dit als eerste te zijn opgevallen.

Heel bijzonder is de bedeguaargal op rozen, alleen de naam al die in het Perzisch zoiets betekent van "gekomen met de wind". Waarschijnlijk is dit de mooiste gal in ons land. Een mini galwespje Diplolepis rosae van zo'n 3 mm veroorzaakt een grote 'harige' gal op de rozenstruik. De gal kan wel 5 cm doorsnee hebben en kleurt vaak naar steenrood. De gal blijft veel langer aan de struik dan de bloemen en vaak zie je gal dan ook samen met de rode bottels.

50.bedeguaargal (127K) De bedeguaargal op een rozenstruik: de kraamkamer van een galwespje

Kweekrozen

Al onze wilde rozen hebben 'enkele' bloemen met maar 5 bloemblaadjes. De 'gevulde' rozen zijn dus allemaal kweekvormen. Ik noemde bij de wilde rozen ook het aantal deelblaadjes (zeven) in het blad en het verschil met de meeste kweekvormen, die vijf deelblaadjes in het blad hebben. Mijn moeder, die dol was op rozen in de tuin, wees me op het verschil omdat de onderstammen van de sierrozen meestal hondsrozen waren die wortelopslag maakten met zeven deelblaadjes. En die moest je dus weghalen.

Maar het verschil in deelblaadjes was natuurlijk niet de reden voor de kweek. De vijf deelblaadjes lijken afkomstig te zijn van de Chinese roos (Rosa chinensis) die in China inheems is, maar daar ook al eeuwen voor onze jaartelling werd gekweekt. Het bijzondere aan de Rosa chinensis is dat deze in het najaar voor de tweede keer bloeit op het hout dat in dat jaar is gegroeid. Alle 'gewone' rozen en de vruchtbomen uit de rozenfamilie (appel, peer etc.) bloeien op het hout dat het seizoen ervoor is gegroeid, let dus op met snoeien!

50.egelantier (80K) Egelantier vind je vooral in de duinen en in Zuid-Limburg

De veredelde Chinese roos is waarschijnlijk eind 17e eeuw naar Europa gekomen, mogelijk via de zijderoute, de landroute aan de noordkant van de Himalaya. Met deze roos werd hier enthousiast gekruist omdat zo de bloeitijd verlengd kon worden. Of die rozen toen al 'dubbel' of zelfs 'gevuld' waren is niet duidelijk. Rond dezelfde tijd kwam met de schepen van de Nederlandse VOC uit China een kruising van de Chinese roos met de Rosa gigantea, die grotere bloemen heeft. Deze sloeg hier niet erg aan omdat de planten onvoldoende winterhard waren. Pas rond 1800 kwamen hier planten van dezelfde kruising waar mee wel gewerkt kon worden. Ze vormden de basis van de zogenaamde theerozen. Niemand weet waarom ze zo genoemd worden, maar ze legden de basis van een heel nieuwe rozenteelt waaruit o.a. de snijrozen gekomen zijn. Men spreekt zelfs van 'oude rozen' als men soorten bedoelt die gekweekt zijn uit rozen die hier al bekend waren vóór de introductie van de theeroos!

Geurende rozen

Ik heb een stukje rozenkweek overgeslagen. De oude Egyptenaren en de Romeinen waren ook al dol op rozen. Ik denk dat voor hen de bloemvorm en kleur minder belangrijk waren dan de geur en dan realiseer je je dat onze rozen eigenlijk niet of nauwelijks geuren. Romeinen vonden rozen zo belangrijk dat ze pogingen deden om ze twee keer te laten bloeien door ze extra vruchtbare grond te geven en zelfs de grond te verwarmen. Dit lukte blijkbaar soms en dat doet vermoeden dat ze iets wisten van een roos die vaak een tweede keer bloeit of een veel langere bloeitijd heeft, zoals de genoemde Rosa chinensis.

Waarschijnlijk de belangrijkste roos voor de Romeinen was de lokaal groeiende Rosa gallica. De Romeinse keizer Elagabalus (ca. 200 na Chr.) liet schepen vol rozenblaadjes aanvoeren o.a. uit Egypte om die over zijn gasten uit te strooien. Volgens de verhalen stikten die gasten er soms bijna onder. Maar de 'gewone' Romeinen strooiden ze waarschijnlijk over het eten voor de geur want ze zijn goed eetbaar.

Zeker heel belangrijk toen, en ook nog na de Romeinse tijd, was de geurige Damaskus roos, een spontane kruising van minstens twee andere rozen (Rosa gallica en Rosa moschata) waarvan de tweede naam muskusroos betekent dus dat zal wel de bron zijn van de geur. Maar er was mogelijk nog een derde voorvader uit de omgeving van de Himalaya (Rosa fedtschenkoana) en die schijnt ook de neiging te hebben om een tweede keer te bloeien. Misschien was dit de inspiratiebron voor de twee keer bloeiende roos bij de Romeinen.

50.rozenbottels onder sneeuw (69K) Rozenbottels onder de sneeuw.

Het belang van de Damaskus roos is de geur. Deze roos is al eeuwen de bron van rozenolie die in de parfums wordt gebruikt ofschoon Rosa gallica hier ook wel voor gebruikt werd en wordt. Vroeger waren in Turkije, Roemenië en Bulgarije grote kwekerijen van de Damaskus rozen, in Bulgarije en Turkije (rond Isparta in Midden-Anatolie) bestaan ze nog. Voor een kilo rozenolie heb je 1000 kg rozenblaadjes nodig!

Wij komen niet op het idee om rozenblaadjes over het eten te strooien, maar dat gebruik is zeker niet met de Romeinen uitgestorven. Tegenwoordig gebruikt men meestal rozenwater: water met rozenextract. In India, Iran en de meeste Islamitische landen wordt rozenwater gebruikt om drank een lekker luchtje te geven of over bijvoorbeeld rijst of kipgerechten. Rozenwater is in een toko te koop. Ik denk overigens dat 'lulletje rozenwater' wel een echt Nederlandse uitvinding is.

Jan van Dingenen -2012

Naschrift

Dit is het 50ste artikel over planten op deze site. Daarom heb ik mezelf deze roos cadeau gedaan. Maar er komen nog meer verhalen.

50.gevulde roos (75K)